




De zonsopgang vanuit de bergen





In Bariloche geraken was een heel avontuur op zich omdat we de afstand van een 1400km wilden liften. Zo stonden we dus in Mendoza met een bordje "Bariloche". Om even te schetsen, dit is hetzelfde als op de ring in Antwerpen met een bordje staan "Madrid" :). Wonderbaarlijk genoeg hebben we via 2 fransen, die een busje gekocht hadden in peru, een 1000km mee kunnen rijden op de beroemde Ruta 40! Door het slechte wegdek nam deze 1000km wel iets meer dan 2dagen in beslag.
Na een kort bezoekje in San Martin de Los Andes hebben we kunnen afspreken met Bob, een goede vriend uit Belgie. Samen wilden we de laatste 200km liften tot Bariloche via de prachtige Ruta de siete lagos. Deze keer met minder succes want er stonden misschien wel 100 lifters verspreid over deze weg. Wendy geraakte uiteindelijk vrij snel weg terwijl Bob en ik een 6-tal uur op dezelfde plek in de blakke zon hebben staan wachten op een lift. Volledig verbrand en nadat we de moed al lang hadden opgegeven passeerden dan opeens dezelfde fransen en pikten deze ons opnieuw op! Oef!
De volgende dag trokken we verder naar base camp (4350 m). Dit was een vrij zware dag, ik had een rugzak van 20kg, Joris van 28kg en hij wandelde al met zijn gehuurde D-schoenen (echt zware plastieke botinnen). Voor mezelf hadden we nog geen D-schoenen gehuurd: "ach ja, met mijn botinnen moet dat ook wel lukken (kwestie van besparen)." Onderweg kwamen we echter een Amerikaan tegen die had getracht de top te halen en we vroegen eraan of mijn schoenen goed genoeg waren om de top te doen. Als antwoord kregen we echter: "You will loose your feet!!!" Oke, nu begon ik me wel wat ongerust te maken ...
De bedoeling vanaf nu is eigenlijk ´acclimatiseren´. Dit doen we door een rustdag te nemen en nadien eten en materiaal te brengen naar camp 1 (5050m) en 2 (5550m), waarna we weer op base camp slapen. En als je niet weet wat te doen op een rustdag, dan wandel je nog maar eens op en neer. Telkens langs dezelfde weg. Tja, je moet je ergens mee bezig houden, he. Waar we ons verder nog mee bezig hielden op onze rustdagen is: op zoek gaan naar D-schoenen voor mij, want diej Amerikaan had me de stuipen op het lijf gejaagd met zijn uitspraak. We hebben zowat het hele camp afgezocht naar goedkope huur-boots van een porter,
De volgende ochtend gingen we om 4u opstaan om rond 5u te vertrekken naar de top. ´s Ochtends kreeg ik al evenmin weinig binnen. Ik moest me echt verplichten om te eten en te drinken en deed hier heel langzaam over, maar ik voelde me al wel een beetje beter. Dus we vertrokken achter een groep met een gids (zo wisten we of we wel de juiste kant opgingen, want de route werd elke nacht opnieuw dichtgesneeuwd). Als het nog donker is vertrekken we met onze hoofdlamp op en volledig ingepakt in dons. Het was tussen de -15 en -20 graden en een open hemel met weinig wind. Dus geen storm en een ideale topdag!Toch besliste ons lichaam er toen anders over. Joris werd alsmaar zwakker op de tocht naar de summit en kon ook niets meer eten of drinken. We waren al een dikke 6 u aan´t wandelen en hadden onze crampons aangedaan voor een traverse. Dit was niet echt het moment om zwak op je benen te staan! We waren al op 6600m en de top lag op nog een 4u klimmen voor ons. Na veel twijfelen, besloot Joris dat het toch beter was om terug te keren. Ik wou hem zeker niet alleen naar beneden laten gaan en we zakten samen af naar camp 3. (diegene die Joris kennen, weten dat dit een zeer moeilijke beslissing was!). Onderweg komen we nog een oudere man tegen die zuurstof toegedient krijgt en naar camp 2 gebracht moet worden te voet, want de helicopter kan maar landen op een max hoogte van 5500m.
Opnieuw aangekomen op camp 3 (5970m), zijn we eerst een uurtje in onze tent gaan bekomen en besloten hierbij dat het beter was om verder af te dalen naar camp 2, zodat onze hoofdpijn, misselijkheid en eetlust weer kon stabiliseren.
In camp 2 (5050m) komen we dan ook vermoeid aan, maar de misselijkheid en hoofdpijn vermindert ook wel. We voelen ons allebei al beter, enkel krijg ik die vieze Knorr-pakjes en mueslibars echt niet meer binnen.
Joris wil nog graag voor een tweede poging gaan binnen enkele dagen, maar ik zie dat eigenlijk niet meer zitten. Ik heb er stillekes aan genoeg van gekregen: ik wil graag terug normaal en lekker eten, warmte hebben, niet 20 keer uit de tent moeten in de sneeuw en de koude om weer te moeten gaan pissen (want je moet per dag 5 tot 7 liter drinken tegen uitdroging, een hel als je anders nog geen 2 l/dag drinkt), een lekker warm douchke nemen en ik heb tandpijn... Ik weet het, dit klinkt zielig :-D, maar ik vond dat het tijd was om aan een nieuw avontuur te beginnen.
Waar je achteraf aan denkt is, is dat ik misschien de top had kunnen halen zonder Joris en Joris misschien zonder mij (2de poging), maar we hebben er allebei voor gekozen om samen te blijven. En het belangrijkste is dat we nog allebei gezond en wel zijn terug gekomen!!
Hieronder een filmpje tijdens onze kerstmaaltijd. De gele tentjes op de achtergrond zijn deze van de Belgische expedtie.
Op weg naar Basecamp Plaza de Mulas
Nog steeds op weg door een woestijnachtig landschap.
Bij het Basecamp vind je wat verder "Penitentes", een rare vorm van opstaande sneeuw- en ijspieken
Voor een keer geen Knorr pakjes en zijn we samen met andere Belgen Pizza gaan eten op 4350m, mmmm... !
Onze bivakplaats op 5050m (camp I)

De astmapatientjes - zo noemen ze zichzelf ook, is het nietwaar Bart en Steven:-) - in net iets andere omstandigheden... Lekker gezellig op een terrasje in Mendoza!